SC Elshout Omni vereniging
SC Elshout is een Omni vereniging waaronder de volgende afdelingen vallen:
-Voetbal
-Handbal
-Gymnastiek
-Tennis
SC Elshout als overkoepelende organisatie met een eigen bestuur, controleert en bewaakt o.a. de vrijwilligers en het daarbij grensoverschrijdend gedrag binnen de afdelingen.
Algemeen beleid tegen grensoverschrijdend gedrag
Onze organisatie SC Elshout heeft een groot aantal vrijwilligers, waarvan een aantal werken met kwetsbare groepen in georganiseerd verband. De aanvraag geschiedtdoor SC Elshout Omni als onafhankelijk bestuur over de 4 takken van sport.
Om al het mogelijke te doen aan ongewenst gedrag binnen de organisatie, willen we een aantal maatregelen treffen zoals :
- Aanname beleid vrijwilligers
- Vertrouwenspersonen
- Gedragsregels vrijwilligers
Naast deze actie hebben we voor het aanvragen van de VOG een Eherkenning (EH1) en Kamer van Koophandel inschrijving.
Zie hieronder de verdere details.
Algemeen beeld van grensoverschrijdend gedrag
Een pleger van grensoverschrijdend gedrag herken je niet aan het uiterlijk. Vaak zijn het aardige en populaire mensen die zich binnen korte tijd onmisbaar weten te maken. Bekend is dat ze situaties opzoeken waarin ze makkelijk in contact komen met kwetsbaren, zoals minderjarigen en mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij maken ze gebruik van het vertrouwen van een organisatie. Een goed aannamebeleid, vertrouwenspersonen en gedragsregels kunnen ernstige problemen voorkomen.
Aanname beleid vrijwilligers
Onderstaande stappen dienen te worden doorlopen met nieuwe vrijwilligers:
1. Houden van een kennismakingsgesprek en dit vastleggen in een notitie.
2. Check de referenties: bel de club waar de vrijwilliger vandaan komt.
3. Laat een VOG aanvragen en herhaal dat elke 3-5 jaar.
4. De vrijwilligers moet de VOG invullen met een DigiD.
5. Maak de begeleider lid van de bond en als dat niet kan, laat de begeleider een VOT (Verklaring Onderwerping Tuchtrecht) tekenen. Daarmee valt begeleider onder het tuchtrecht van de bond en is hij daarvan op de hoogte.
6. Maak de begeleider bekend met de gedragsregels.
Vertrouwenscontactpersoon (VCP)
De VCP is het eerste aanspreekpunt binnen de sportorganisatie voor iedereen die te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag of daar een vraag over heeft en hier met iemand over wil praten.
De VCP is er voor iedereen binnen de organisatie: sporters, ouders, trainers, toeschouwers, bestuurders etc.
De VCP kan het thema in de organisatie bespreekbaar maken en preventieve maatregelen opzetten.
De vertrouwenspersoon of personen moet goed bekend en bereikbaar zijn binnen de organisatie en daardoor hierna met naam en gegevens bekend gemaakt worden.
Met de VCP zijn de volgende afspraken gemaakt
- Laat de klager het verhaal doen
- Bespreek een mogelijke doorverwijzing.
- Informeer de klager of de beschuldigde over de procedure op basis van de klachten- en/of tuchtregelement van de betreffende sportbond.
- Vul een registratieformulier in en laat de klager dit ondertekenen.
VertrouwensContactPersonen SC Elshout:
Andre van Hulten (06-53419791 en avhulten@planet.nl ) en
Ingrid de Kort-Jehoel (06-31693947 en kort-en-co@home.nl )
Stappenplan van ons preventiebeleid
NOC*NSF, CIO en Vereniging NOV hebben een stappenplan waarmee we kunnen werken aan de veiligheid binnen onze organisatie. Dit stappen plan is gericht op de sportorganisatie.
Dit stappenplan is gebaseerd op het voorkomen van ongewenst -, grensoverschrijdend- en seksueelgrensoverschrijdend gedrag.
De sportbonden in Nederland nemen seksuele intimidatie serieus. NOC*NSF heeft gedragsregels voor sportbegeleiders opgesteld. Die regels zijn door alle landelijke sportbonden onderschreven. De regels zijn gemaakt om de risico's op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Hieronder vindt u de elf gedragsregels die worden onderschreven door alle landelijke sportorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF.
1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, en verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts) misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
6. De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
7. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
8. De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts) misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
9. De begeleider zal de sporter geen (im) materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
11. Altijd met zijn 2e
In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.